Boekbespreking gepubliceerd in het september-oktobernummer 2018 van Streven

Herman Simissen * 

De Nederlandse jurist Fons Strijbosch (*1943) maakte na zijn pensionering zijn literaire debuut met De vrolijke revolutie (2013), een roman waarin wordt teruggeblikt op de studentenrevolutie aan de Nijmeegse universiteit aan het einde van de jaren zestig. Dit goed ontvangen boek viel op door zijn ontspannen toon, en door de geamuseerde verwondering – zonder enige laatdunkendheid – over de gang van zaken tijdens deze opstand.

Onlangs publiceerde Strijbosch een nieuw boek, Terug naar Lombok, waarin hij verslag doet van een reis naar Indonesië die hij samen met zijn dochter maakte. Voor de auteur was deze reis een terugkeer naar het land waar hij veertig jaar eerder als juridisch antropoloog onderzoek had gedaan naar het plaatselijke rechtssysteem, maar dat hij sindsdien niet meer had bezocht. Een sluimerend verlangen terug te gaan was er altijd wel geweest, maar tussen droom en daad stond in dit geval vooral vliegangst in de weg. Op aandrang van zijn dochter volgde hij echter een cursus om deze angst te overwinnen, of althans dermate beheersbaar te maken dat hij, samen met haar, de reis toch durfde te maken. Het Indonesië dat hij bij aankomst aantreft is tegelijk vertrouwd en vreemd: het klimaat en de manier van doen van de lokale bevolking komt hem vertrouwd voor, maar het land is ingrijpend veranderd: gemoderniseerd, en vooral sterk verstedelijkt. De veranderingen blijken dermate groot dat hij soms de weg niet meer kan vinden in plaatsen waar hij veertig jaar geleden dagelijks kwam. Hun reis voert hem en zijn dochter van Java via Bali naar Lombok; zijn zij op Java en Bali vooral toeristen met een weliswaar meer dan gemiddelde belangstelling voor het wel en wee van de plaatselijke bevolking, op Lombok komt Strijbosch in het gebied dat veertig jaar geleden zijn standplaats was en waar hij mensen hoopt te ontmoeten die hij destijds kende. Met de hulp van een receptioniste van het hotel waarin zijn dochter en hij verblijven komt een afspraak tot stand, en ontmoet Strijbosch de zoons van zijn vroegere hulp in de huishouding. Een van hen was zijn voormalige ‘assistent’: toen een tiener die bij tochten over het eiland achter op de brommer zat en het voertuig bewaakte wanneer hij in een gerechtsgebouw was, inmiddels een man van middelbare leeftijd. Maar de vertrouwelijkheid tussen beiden is snel terug, en de dochter van Strijbosch wordt met grote vanzelfsprekendheid in het gezelschap opgenomen.

Het aantrekkelijke van dit boek is dat het veel meer is dan een reisverslag: Strijbosch wisselt het reisjournaal af met herinneringen aan zijn eerdere verblijf in Indonesië en aan zijn jeugd, met relativerende beschouwingen over de betekenis van het koloniale verleden en van zijn onderzoek op Lombok, en met gedachten over de plaats van godsdienst in een samenleving. Net als De vrolijke revolutie kenmerkt het boek zich door een ontspannen toon, en klinkt er verwondering in door over de wendingen die een mensenleven zoal kan nemen. Juist dit maakt Terug naar Lombok meer dan lezenswaardig.

Fons Strijbosch, Terug naar Lombok. Verhaal van een nooit gedroomde reis, Boekhandel Wouter Roelants, Nijmegen, 2018, 318 blz., 15 euro, ISBN 9789082678505.