Oppositiebeweging in Hongarije

P. Van Den Berg

Oppositiebeweging in Hongarije

Na de dramatische afloop van de Hongaarse opstand in 1956 wist het nieuwe bewind onder János Kádár zich geloofwaardig te maken door zijn soepele en grotendeels geslaagde economische politiek. Dat verklaart waarom oppositiebewegingen vrij recent en beperkt zijn, terwijl de jongste gebeurtenissen in Polen ze nog eerder hebben verzwakt dan versterkt.

verschenen: Oktober 1982, blz. 69

jaargang: 50/01

Project 2025 en christelijk nationalisme
Nog een grote omwenteling meemaken…
Zionisme en racisme
Ana van Es: De Bagdad Berlijn Express
Universiteiten als fabrieken
Een Afrikaanse dwarsligger over het (post)koloniaal verleden
Moeten arme landen arm blijven?
Kindertransporten. Een wreed schoon verhaal
Het christelijk nationalisme van Trump: politiek boven principes
Billijkheid en efficiëntie in het inkomensbeleid. Over werkloosheids-...
Oudheidkunde op maat
Over de lauwe steun van de Arabische en...
Slachtoffers voor Israël
Basisbaan of basisinkomen? Normatieve vragen over de toekomst...
Figuren van vandaag: Réginald Moreels
Palestina, sinds mensengeheugenis een probleem?
Wanneer besluiten vrouwen te gaan protesteren?  
Gelijkheid gebaseerd op uitsluiting
Ontketend kapitalisme
Woke als symptoom van de ‘tirannie van de...
Asiel???
Autoritaire macht en heerschappij
De Politieke Menagerie
Kapitalisten, de staat en globalisering
Afghaanse jongeren en hun inburgering in België
Een brief uit Teheran
Een historische overweging van de Amerikaanse ‘civil religion’
Een politicus die niet wilde heersen
Conflict en polarisatie
Amerikaanse politiek en christelijke geestdrift