‘Als ik zwak ben, dan ben ik sterk’

Nico Tromp & J. Maas

‘Als ik zwak ben, dan ben ik sterk’

In de overdenking door Huub Oosterhuis bij zijn uitvaart op 15 oktober 2002 wordt Prins Claus niet als een vorstelijke verschijning uit de kring van fraaie mensenkinderen, maar als een lotgenoot van vreemdelingen en zwervers voorgesteld, – ‘geen leider, maar een lijder, geen krijger, maar een zwijger’. Juist in zijn bescheidenheid en eenzaamheid bleek zijn majesteit en solidariteit. Claus, de geboren koning, was een machteloze machthebber, een gewonde geneesheer, kortom, een welhaast bijbelse heilsfiguur.

verschenen: Mei 2003, blz. 387

jaargang: 70/05

LHBTQ-kwesties en katholieke leer
Een idee voor de volgende katholieke reformatie
Theologie en de taal van vorig jaar
Over de lauwe steun van de Arabische en...
Schuldgevoel. Over betekenisvol ongemak
Joden en moslims aan zet
De namiddag van het christendom – Tomáš Halík
De katholieke kerk hervormen
Feiten & fantasie: een beetje geschiedenis van de...
Bevlekte ontvangenissen
Esprit de corps
Opgroeien. Een persoonlijke overdenking
Eb en vloed van het christendom in de...
Van schuld naar verantwoordelijkheid
De plaats en de opdracht van de Messiaanse...
Christelijk humanisme
De Schrift begrijpen door de historisch-kritische methode
Verlichte Filosofen over de Islam
Vragen over het Nieuwe Testament
In de ban van Mohammed
Twee kerstgroepen
Van meelevende en zorgzame gemeenschap naar keizerlijke kerk
De bekering van de missionaris
Verrijzenis voor Guido Gezelle
Een tegendraadse lezer?
Een historische overweging van de Amerikaanse ‘civil religion’
Over troost
We zien anders wanneer we onze aandacht anders...
Amerikaanse politiek en christelijke geestdrift
Dromen over Anne Frank